Engels : Nederlands to gossip = roddelen initially = aanvankelijk to intend = van plan zijn to deliver = afleveren release = versie sample = voorbeeld / proef / voorbeeld, proef / proef, voorbeeld resource = bron / hulpbron to recommend = aanbevelen current = actueel / huidig / actueel, huidig / huidig, actueel contribution = bijdrage to store = bewaren / opslaan / opslaan, bewaren / bewaren, opslaan in favour of = ten gunste van / voor / ten gunste van, voor / voor, ten gunste van confidence = zelfvertrouwen / vertrouwen to convince = overtuigen inevitable = onvermijdelijk