Engels : Nederlands to face = het hoofd bieden / geconfronteerd worden met / onder ogen zien / het hoofd bieden, geconfronteerd worden met, onder ogen zien common room = gemeenschappelijke ruimte recent = recent despite = ondanks to sense = aanvoelen distance = afstand anonymous = anoniem reasonable = redelijk to fail = zakken / mislukken / mislukken, zakken / zakken, mislukken on the contrary = in tegendeel behaviour = gedrag