Engels : Nederlands car bonnet = motorkap lane = wegdeel / laan / wegdeel, laan / laan, wegdeel to be at issue = het geval zijn to maintain = onderhouden vehicle = voertuig a lucky fluke = door stom geluk to be frightened = bang zijn to be terrified = vreselijk bang zijn licence = rijbewijs to afford = veroorloven to blame = de schuld geven spokesman = woordvoerder motionless = beweegloos to be reassured = gerustgesteld zijn