Engels : Nederlands
budding = ontluikend
to thrust = stevig duwen / duwen
floating = drijvend
to plunge = neerstorten
adapted = aangepast
to perform = uitvoeren
to swoop = scheren
steep = steil
purpose = doel
to compete = strijden
suitable = geschikt
to face = te maken hebben met
to overcome = overwinnen
similar = vergelijkbaar
to waste away = wegteren
dip = duikvlucht
reading = testresultaat
to affect = last hebben van
stage = stadium
to cut back = terugnemen