Engels : Nederlands to host = optreden als gastheer citizenship = gedrag als burger additional = extra to what extent = in hoeverre values = normen en waarden to ponder = piekeren over timetable = lesrooster contribution = bijdrage free speech = vrijheid van meningsuiting objective = doel concern = bezorgdheid disconnected = niet verbonden electoral system = kiesstelsel to beset = bestoken to be exposed to = blootgesteld worden aan innumerable = talloze discipline = straf abundant = meer dan genoeg to acquire = vergaren mutual = wederzijds voluntary = vrijwillig to grade = een cijfer geven inappropriate = ongepast to address = aanpakken