Engels : Nederlands recognisable = herkenbaar vendor = verkoper homeless = dakloos shelter = opvangtehuis dependency = afhankelijkheid legitimate = legaal to justify = verantwoorden investigative = onderzoeks qualified = gediplomeerd current = huidige to equip with = uitrusten met alongside = naast revenue = opbrengst recruitment = personeelsadvertenties charitable = liefdadig self-employed = zelfstandig ondernemer housing = huisvesting awkward = gĂȘnant to interact with = omgaan met self-esteem = eigenwaarde set = vaste awareness = bewustzijn