Engels : Nederlands word a = word b to beat = overtreffen / verslaan to cheer on = aanmoedigen to expect = verwachten to finish = eindigen grateful = dankbaar horse-riding = paardrijden incredible = ongelooflijk in front = vooraan medal = medaille nervous = zenuwachtig noise = lawaai PE (Physical Education) = gymles previously = eerder / voorheen to shout = schreeuwen to stay = blijven (swimming) pool = zwembad take part = deelnemen / meedoen to wake up = wakker worden wheelchair = rolstoel to wish = wensen