Engels : Nederlands word a = word b afterwards = later / daarna besides = bovendien brain = hersenen to bring = meenemen / brengen to catch = (op)vangen checkmate = schaakmat exercise = oefening indoors = binnen to involve = met zich meebrengen / betekenen to keep fit = fit blijven league = klasse / competitie move = beweging opponent = tegenstander physical = fysiek / lichamelijk player = speler to register = aanmelden skill = vaardigheid to throw = gooien tournament = toernooi well = goed