Engels : Nederlands word a = word b to bite = bijten calm = rustig / kalm careless = roekeloos close = dichtbij to damage = beschadigen enclosure = omheind stuk land entrance = ingang to feed = voeren to hurt = verwonden lively = levendig monkey = aap to pull = trekken (aan) to scratch = krabben to scream = schreeuwen to shut = sluiten / dichtdoen to steal = stelen terrified = doodsbang threatened = bedreigd to touch = aanraken warning = waarschuwing