Engels : Nederlands advert = advertentie to advertise = adverteren brand new = gloednieuw to collect = ophalen condition = staat, conditie details = bijzonderheden furry = bontachtige, bonten item = artikel never = nooit to pay = betalen probably = waarschijnlijk own = eigen to own = bezitten second-hand = tweedehands to sell = verkopen several = verscheidene to spend = doorbrengen, besteden unusual = ongewoon, opvallend usually = meestal weird = vreemd