Engels : Nederlands awake = wakker to bark = blaffen basket = mand to chase = achterna rennen to forget = vergeten gate = hek gentle = zachtaardig grooming = verzorging lead = hondenriem to leave = weggaan, vertrekken notebook = notitieblokje notes = aantekeningen owner = eigenaar paw = poot pond = vijver routine = dagelijkse gang van zaken stick = stok stray = zwerfhond to stroke = aaien tail = staart