Engels : Nederlands all kinds of = allerlei soorten brick = baksteen death = sterfgeval evidence = bewijs fingerprint = vingerafdruk hurry (to) = zich haasten husband = echtgenoot investigator = onderzoeker like = zoals later on = later murder = moord a pair of = een paar police officer = politieagent prove (to) = bewijzen search (to) = zoeken suspect = verdachte wife = echtgenote