Engels : Nederlands amount = bedrag at once = meteen, in één keer charity = goed doel clean up (to) = opruimen congratulations = gefeliciteerd earn (to) = verdienen for real = echt waar keep (to) – kept = houden – hield might be = misschien zijn owe (to) = schuldig zijn reaction = reactie return (to) = teruggeven save (to) = sparen spend (to) – spent = uitgeven – gaf uit sure = zeker take (to) – took = hier: duren – duurde teenager = tiener treat to (to) = trakteren op turn out (to) = blijken worth = waard