assembly hall astonished blow up (to) - blew up - blown up
bounce (to) cause a stir (to) delight
forgive (to) - forgave - forgiven furious glue
hesitate (to) hilarious inflatable
innocent join in (to) mood
mystery punish (to) refuse (to)
revenge rucksack set (to) - set - set
stick (to) - stuck - stuck straightforward wrap (to)
opblazen - blies (bliezen) op - opgeblazen stomverbaasd aula
vreugde opschudding veroorzaken springen
lijm woedend vergeven - vergaf (vergaven) - vergeven
opblaasbaar heel grappig aarzelen
stemming, bui meedoen onschuldig
weigeren bestraffen raadsel, mysterie
zetten - zette(n) - gezet rugzak wraak
inpakken eenvoudig kleven - kleefde(n) - gekleefd