Engels : Nederlands abandoned = verlaten call for (to) = ophalen coward = lafaard distinguished = voornaam, deftig do up (to) = renoveren dramatic = theatraal draw attention to (to) - drew - drawn = de aandacht vestigen op - vestigde(n) - gevestigd driveway = oprit, oprijlaan fight (to) - fought - fought = vechten - vocht(en) - gevochten hand in (to) = inleveren haunted (to be) = spoken inhabitant = bewoner, inwoner jealous = jaloers make out (to) - made out - made out = zien, onderscheiden - zag(en) - gezien manor = groot (heren)huis mist = mist pay attention (to) - paid - paid = opletten - lette(n) op - opgelet portrait = portret research = onderzoek servant = bediende splendid = schitterend, groots state (to) = opgeven, verklaren