Engels : Nederlands activate (to) = activeren, in werking brengen alike = evenzeer desire = verlangen eventually = uiteindelijk excluded = buitengesloten fake = nep heartbreak = hartzeer increase (to) = toenemen injury = verwonding, blessure instance = voorbeeld, geval out of the blue = uit het niets overall = in het algemeen remain (to) = (over)blijven randomly = willekeurig related to = verband houden met rise = opkomst scientifically = wetenschappelijk species = (dier)soort spill (to) = morsen stimulate (to) = stimuleren, prikkelen suspect (to) = vermoeden telltale = die je verraadt/verraden trigger (to) = in werking brengen, veroorzaken typically = typerend, karakteristiek unsuspecting = nietsvermoedend