Engels : Nederlands all fours = op handen en voeten attain (to) = bereiken awareness = bewustzijn background = achtergrond benefit (to) = voordeel halen bottom = zitvlak chore = karwei / klusje continually = aanhoudend downward = naar beneden exhale (to) = uitademen extend (to) = uitrekken / langer maken face (to) = ergens naar kijken fortune = het lot herbal = kruiden inhale (to) = inademen lean back (to) = achterover leunen lower (to) = laten zakken master (to) = onder de knie krijgen no matter what = maakt niet uit wat participate (to) = deelnemen practise (to) = oefenen reach up (to) = reiken naar rise up (to) - rose - risen = opstaan slight = gering / klein venture (to) = (aan)durven