Engels : Nederlands asset = aanwinst, goede eigenschap common sense = gezond verstand consistent = consequent counselling = professionele hulpverlening demanding = veeleisend dimension = dimensie, aspect essential = essentieel, noodzakelijk make an impression (to) = indruk maken op patience = geduld quality = kwaliteit, eigenschap resilient = veerkrachtig rewarding = de moeite waard satisfying = bevredigend self-assured = zelfverzekerd trustworthy = betrouwbaar be under an illusion (to) = illusies koesteren uncooperative = niet bereid mee te werken