Engels : Nederlands dirt bike = crossmotor outback = binnenland nature = natuur hire (to) = huren have a go (to) = uitproberen keen = enthousiast honest = eerlijk plenty of = veel ride (to) - rode - ridden = rijden understand (to) - understood - understood = begrijpen apologise (to) = verontschuldigen exhaust emissions = uitlaatgassen pollution = vervuiling empty = leeg frighten (to) = bang maken track = pad attack (to) = aanvallen sheep (mv: sheep) = schaap cattle = vee environment = milieu