Engels : Nederlands foot = voet feet = voeten tired = moe, doen pijn / moe / doen pijn all = alle for = voor, om te / voor / om te shopping = winkelen look at = kijken naar scarf = sjaal scarves = sjaals head = hoofd sunglasses = zonnebril fantastic = fantastisch headline = kop footballer = voetballer wife = vrouw, echtgenote / vrouw / echtgenote wives = vrouwen, echtgenotes / vrouwen / echtgenotes photo = foto into = in, naar binnen / in / naar binnen see you = ik zie je really = echt girlfriend = vriendin have = hebben celebrity = beroemdheid joke = een grapje maken