Engels : Nederlands badminton = badminton article = artikel warn = waarschuwen want = willen never = nooit ask = vragen like = aardig vinden mouth = mond talk = praten Sports club = sportclub learn = leren Maths = wiskunde test = toets, repetitie / toets / repetitie really soon = echt gauw or else = of anders nothing = niets section = paragraaf answer = antwoord I see = ik snap het borrow = lenen van History = geschiedenis back = terug tomorrow = morgen