Engels : Nederlands believe = geloven nearly = bijna over = voorbij until = tot brilliant = schitterend, geweldig / schitterend / geweldig holiday = vakantie come off it = schei uit a few = een paar ago = geleden agree = mee eens zijn especially = vooral, speciaal / vooral / speciaal wrong = verkeerd together = samen still = nog steeds chatting = kletsen goodnight = welterusten, goedenacht / welterusten / goedenacht pyjamas = pyjama sleepover = logeerpartijtje handsome = knap ignore = negeren shopping mall = winkelcentrum hurry up = schiet op finish = opeten