Engels : Nederlands
true = echte, ware / echte / ware
meaning = betekenis
brought = bracht mee / bracht
present = cadeau
slipper = pantoffel
celebrate = vieren
Muslim = moslim
not ‰Û_ either = ook niet, evenmin / ook niet / evenmin
Eid = Suikerfeest
Ramadan = ramadan, vastenmaand / ramadan / vastenmaand
fast = vasten
Boxing Day = tweede kerstdag
poor = arm
poor box = collectebus voor de armen
gave = gaf
Sydney = Sydney
yacht = jacht / zeiljacht
race = race
Tasmania = TasmaniÌÇ
enough = genoeg
water-ski = waterskiÌÇn
mail = mailtje sturen
romance = romantiek
air = lucht
bring = brengen
could = kon
can = kunnen
give = geven
was = was
be = zijn