Engels : Nederlands
special = speciale aanbieding
offer = aanbod
deal = aanbieding
to go in = naar binnen gaan
manager = baas, bedrijfsleider / baas / bedrijfsleider
advert = advertentie
window = etalage
brochure = folder, brochure / folder / brochure
flight = vlucht
available = beschikbaar, verkrijgbaar / beschikbaar / verkrijgbaar
single ticket = enkeltje
return = retour
to plan = plannen
trip = reisje
customer = klant
earlier = eerder, daarstraks / eerder / daarstraks
dollar = dollar
to bring over = meenemen
to wonder = zich afvragen
Big Apple = New York
cut price = afgeprijsd
web address = internetadres
accommodation = logies, accommodatie / logies / accommodatie
to rent = huren