opstaan
|
gaan zwemmen
|
douche
|
wakker maken
|
zwembad
|
stond op, stonden op / stond op / stonden op / opgestaan
|
onder de indruk zijn
|
wakker gemaakt
|
maakte wakker, maakten wakker / maakte wakker / maakten wakker
|
ongelofelijk
|
pauze
|
lichaamsbeweging
|
raken
|
schok
|
laken
|
gewond
|
botsing
|
raakte, raakten / raakte / raakten / geraakt
|
mountainbike
|
schade, letsel / schade / letsel
|
stoten
|
meteen
|
herhalen
|
verwonding
|
breken
|
nachtmerrie
|
detail
|
bot
|
gebroken
|
brak, braken / brak / braken
|
sterven, doodgaan / sterven / doodgaan
|
leven
|
bij bewustzijn
|
stuk weg
|
slippen
|
verfrissend
|
|
|
beven
|