zich voorstellen
|
gaf les, gaven les / gaf les / gaven les
|
lesgeven
|
Canada
|
kleurtje
|
kerel, vent / kerel / vent
|
waterval
|
de hele
|
droevig, zielig / droevig / zielig
|
kamperen
|
huid
|
krachtig
|
tent
|
logeren, verblijven / logeren / verblijven
|
per se willen
|
tenminste, op zijn minst / tenminste / op zijn minst
|
stuurde, stuurden / stuurde / stuurden
|
sturen
|
huren
|
doen alsof
|
thuiskomen
|
horen
|
oncomfortabel
|
caravan
|
ontmoette, ontmoetten / ontmoette / ontmoetten
|
ontmoeten
|
hoorde, hoorden / hoorde / hoorden
|
denken
|
contactlenzen
|
chatten
|
veel
|
iemand
|
naar
|
uitverkoop
|
om heen
|
problemen, trammelant / problemen / trammelant
|
doorweken
|
Niagara Watervallen
|
jaloers
|