Engels : Nederlands pound = pond banknotes = bankbiljetten broccoli = broccoli carrots = wortelen change = wisselgeld cheap = goedkoop cash register = kassa coins = muntgeld delicious = heerlijk drink = drankje fish = vis food = voedsel, eten fruit = fruit fruit section = fruit afdeling greengrocer = groenteboer hungry = hongerig meat = vlees money = geld peaches = perziken pence = pence price = prijs shopping list = boodschappenlijst shopping trolley = winkelwagentje strawberries = aardbeien supermarket = supermarkt sweets = snoep to buy = kopen to pay = betalen to smell = ruiken vegetables = groenten