Engels : Nederlands to buck = ingaan tegen to buttress = onderbouwen distorted = vertekend faux = nep / namaak galling = ergerlijk / zuur indulgent = goedaardig self-proclaimed = zogenaamd subsequent = later / verder wary = voorzichtig / alert to work out = hoogte krijgen van cad = boef central casting = castingbureau decile = deciel / 10de deel / 10% humble stock = eenvoudige komaf libertarian = vrijheidgezind / liberaal limey = Brit plucky = dapper / moedig