Engels : Nederlands
Chancellor = (VK) minister van Financiën
device to leave to their own = aan z’n lot overlaten
disposable = beschikbaar
fabric = structuur / systeem
GDP – Gross Domestic Product = bnp – bruto nationaal product
incentive = stimulans
lavish = overdadig
loophole = maas
mortgage = hypotheek
ominous = onheilspellend
to ponder = nadenken over
redistribution = herverdeling
to slash = drastisch verlagen
tailwind = rugwind
Treasury Secretary = (USA) minister van Financiën
unfettered = ongebreideld / vrij
virtuous = effectief / werkzaam
aggregate = totaal / gezamenlijk
crude = ongecorrigeerd / pur sang
to disenfranchise = rechten ontnemen
to forgo = verloren gaan
inexorably = per definitie
to quip = schimpen