Engels : Nederlands quantity = hoeveelheid to contain = bevatten both = beide box = doos; kist kilo = kilo litre = liter metre = meter foot = voet mile = mijl exactly = precies at least = minstens moreover; besides = bovendien both... and = zowel... als neither = geen van beide to turn down = zachter zetten to add = optellen / toevoegen weight = gewicht size = grootte besides = behalve; behalve (sluit in) except = behalve; behalve (sluit uit) tiny = heel klein to drop = dalen; zakken dozen = tiental