Engels : Nederlands to agree = het eens zijn to disagree = het oneens zijn opinion = mening nervous = zenuwachtig to imagine = zich voorstellen to conclude = concluderen conlusion = conclusie cheerful = vrolijk cruel = wreed to suppose = veronderstellen to change your mind = van gedachten veranderen religion = godsdienst to pray = bidden grateful = dankbaar curious = nieuwschierig idea = idee heaven = hemel hell = hel to realise = beseffen aware of = zich bewust van to mind = bezwaar hebben tegen to care for = geven om if (whether) = of sure (certain) = zeker incredible = ongeloofelijk