Engels : Nederlands mind = geest to mind = zich bemoeien to agree with = het eens zijn met to disagree = het oneens zijn met agreement = overeenkomst opinion/view = mening nerve = zenuw nervous = zenuwachtig fool / foolish/silly = dwaas to persuade = overhalen to admire = bewonderen admiration = bewondering admirable = bewonderenswaardig cheerful = opgewekt/vrolijk temper = humeur grateful = dankbaar gratitude = dankbaarheid to express = uitdrukken expression = uitdrukking to imagine = zich voorstellen imagination = fantasie to wonder = zich afvragen to relax = zich ontspannen to stick to/to keep to = zich houden aan