Engels : Nederlands to endanger = in gevaar brengen to vanish = verdwijnen common = gewoon/veelvoorkomend to explore = verkennen explorer = ontdekkingsreiziger in the country = op het platteland glacier = gletsjer vast = uitgestrekt visibility = zicht effort = poging situated = gelegen towards = in de richting van extraordinary = buitengewoon conservationist = milieubeschermer hollow = hol seed = zaad to spray = (be)spuiten beyond = achter/voorbij foam = schuim hose = slang course = loop shallow = ondiep smooth = glad/effen to float = drijven bright = helder virgin = maagd(elijk) dependent on = afhankelijk van to pour = gieten shelter = schuilplaats to compel = dwingen