thumb to suck sense
organ lap to seize
sight to lose sight of cheek
eyebrow eyelash curly
to snore tender oxygen
to stir to shiver skeleton
feature to doze vein
to tremble to rub to nod
to yawn to peer to swing
to yell razor shaver
zintuig zuigen duim
grijpen schoot orgaan
wang uit het oog verliezen gezichtsvermogen / gezicht
krullend wimper wenkbrauw
zuurstof teer/zacht snurken
skelet huiveren/rillen roeren
ader dutten gelaatstrek
knikken wrijven beven
zwaaien turen geeuwen
scheerapparaat scheermes gillen