Engels : Nederlands to indulge = verwennen indulgent = toegeeflijk candour = openhartigheid trait = karaktereigenschap fashion = manier civil = beleefd to make amends for = goedmaken prudent = verstandig/voorzichtig by no means = helemaal nĂ­et to own = toegeven harsh = streng / hard to sense = voelen to lapse into = vervallen in to affect = doen alsof mischief = kattenkwaad mischievous = ondeugend courteous = hoffelijk courtesy = beleefdheid dignity = waardigheid dignified = waardig conceited = verwaand gross = grof/ruw manifest = duidelijk considerate = attent licentious = losbandig to squander = verkwisten to lead astray = op het verkeerde pad brengen