Engels : Nederlands account = rekening to invest = investeren purse = portemonnee reward = beloning to reward = belonen to contribute = bijdragen contribution = bijdrage currency = munteenheid foreign currency = buitenlands geld to exchange/to change = wisselen exchange rate = wisselkoers allowance = toelage economic = economisch economical = zuinig to economise = bezuinigen cutback/cut = bezuiniging to purchase = kopen mortgage = hypotheek to take for granted = als vanzelfsprekend aannemen to waste = verspillen waste = verspilling poverty = armoede deposit = aanbetaling to afford = zich veroorloven