Engels : Nederlands
decline = achteruitgang
modest = bescheiden
inadequate / insufficient = onvoldoende
adequate/sufficient = voldoende
synonym = synoniem
pace = tempo
merely/only = alleen maar/louter
range = bereik/sortering
pile = stapel
scale = schaal
to enlarge = vergroten
tiny = erg klein
moderate = matig
rather/pretty/fairly = tamelijk/nogal
several/various = verschillende
variety = verscheidenheid
overwhelming = overweldigend
accurate = nauwkeurig
accuracy = nauwkeurigheid
deficit = tekort
surplus = overschot
to cover = bestrijken
to escalate = escaleren
mediocre = middelmatig
prolific = productief; vruchtbaar
birth rate = geboortecijfer
unreasonable = onredelijk
reasonable = redelijk