Engels : Nederlands to approach = naderen approach = nadering/benadering to be delayed = vertraging hebben delay = vertraging to prolong = verlengen rarely/seldom = zelden annual = jaarlijks outdatedobsolete = verouderd unprecedented = ongekend advance/progress = vooruitgang/vordering in advance = vooraf/vooruit decade = tien jaar/decennium novelty = nieuwigheid/iets nieuws to precede = voorafgaan aan adolescence = puberteit adolescent = puber transition = overgang peer = leeftijdgenoot peer group = leeftijdsgroep to succeed = opvolgen successor = opvolger predecessor = voorganger long-term = langetermijn short-term = kortetermijn durable = duurzaam maiden = eerste anniversary = verjaardag wedding anniversary = trouwdag