Engels : Nederlands likely/probable = waarschijnlijk landmark = keerpunt/mijlpaal gradual(ly) = geleidelijk eternal = eeuwig eternity = eeuwigheid ultimately / eventually = uiteindelijk/tenslotte coincidence = toeval to cease = ophouden cease-fire = staakt-het-vuren former = vroeger stage = stadium (in) convenient = (on)geschikt to suit = schikken instalment = termijn episode/instalment = aflevering premature = voorbarig/te vroeg Middle Ages = Middeleeuwen medieval = middeleeuws simultaneously = tegelijkertijd to accelerate/to speed up = versnellen custom = gewoonte to preserve = bewaren/behouden preservation = behoud to terminate = beeïndigen interval = pauze to catch up = inhalen