Engels : Nederlands to indulge = verwennen indulgent = toegeeflijk blemish = smet/vlek candour = openhartigheid conceited = verwaand trait = karaktereigenschap fashion = manier civil = beleefd to amend = verbeteren/veranderen to make amends for = goedmaken prudent = verstandig/voorzichtig corporal punishment = lijfstraffen by no means = helemaal niet to own = toegeven scum = uitschot harsh = streng/hard to refrain (from) = zich onthouden van to induce = ertoe brengen apologetic = verontschuldigend crude = ruw to sense = voelen to lapse into = vervallen in to affect = doen alsof mischief = kattenkwaad mischievous = ondeugend wicked = gemeen/slecht counsel = advies to sneer at = neerkijken op devotion = toewijding