Engels : Nederlands to overhear = toevallig horen topic = onderwerp topical = actueel to issue = uitgeven it doesn't make sense = het is onbegrijpelijk sense = betekenis to proceed = verder gaan to gather = concluderen to observe = opmerken/zien implication = gevolg to distort = verdraaien to certify = verklaren to convey = uitdrukken/overbrengen to amount to = betekenen/neerkomen op to evade = ontwijken evasive = ontwijkend to emerge = blijken prime = belangrijkste glossy = glanzend to brief = instructies geven aan briefing = instructiebijeenkomst currently = op het ogenblik device = manier/middel to dispatch = verzenden