Engels : Nederlands
counter = aanrecht
wipe = afvegen
promise = beloven
check = controleren
fast food chain = fastfood keten
soda = frisdrank
towel = handdoek
gloves = handschoenen
top shelf = hoogste plank
hire = inhuren
refrigerator = koeling, koelkast
tap = kraan
cross contamination = kruisbesmetting
bottom shelf = laagste plank
opinion = mening
investigate, examine = onderzoeken
recently = onlangs
notice = opmerken
solve, fix the problem = probleem oplossen
cleaning solution = reinigingsmiddel
separate = scheiden
cutting board = snijplank
dishes = vaat
safe = veilig
report = verslag
delay = vertraging
dirty = vies
damp cloth = vochtige doek
food safety = voedselveiligheid
food poisoning = voedselvergiftiging
freezer = vriezer
change = wisselgeld