Engels : Nederlands To be mistaken = Zich vergissen Focussed on = Gericht op Background information = Achtergrondinformatie With the aid of = Met behulp van Main facilities = Belangrijkste voorzieningen Proud = Trots To be worth mentioning = De moeite om te noemen To guide = Begeleiden Photocopier = Kopieerapparaat To deliver = Leveren To refill = Bijvullen Guarantee = Garantie To maintain = Onderhouden Preschoolers = Kleuters Freestanding = Vrijstaand To encourage = Aanmoedigen Perimeter = Omtrek Surface = Oppervlakte Coach driver = Buschauffeur Time schedule = Tijdsindeling Rules of behaviour = Gedragsregels Channel Islands = Kanaaleilanden Brittany = Bretagne Group of islands = Eilandengroep