Engels : Nederlands bank account = bankrekening banknote / bill = bankbiljet to be worth (it) = (het) waard zijn to borrow = lenen (van) cash machine (UK) / ATM (US) = geldautomaat collector = verzamelaar company = bedrijf fake = vals; nep government = regering to lend = lenen aan quarter = kwartje savings = spaargeld valuable = waardevol