Engels : Nederlands to bloom = gedijen, het goed doen captivating = boeiend chivalry = hoffelijkheid, ridderlijkheid composite = samenstelling to depict = afbeelden, beschrijven to exorcise = een kwade geest uitdrijven to expel = verdrijven exploit = heldendaad haunting = dat blijft hangen, beklijvend to intermingle = zich vermengen irrevocably = onherroepelijk latter-day = modern luminous = lichtgevend, heel licht to masquerade as = zich voordoen als, onder het mom van momentous = heel belangrijk precursor = voorloper primeval = oer to propel = een boost geven, stimuleren realm = gebied, rijk romance = ridderverhaal to rouse = aansporen solace = troost to sweep away = wegvagen turmoil = onrust, opschudding unfaltering = onwankelbaar to usher in = inluiden vivacious = levendig, bruisend