Engels : Nederlands universal = algemeen dissident = andersdenkend tie = band mastermind = bedenken en organiseren decisive = beslissend citizen = burger civil war = burgeroorlog beat about the bush = ergens omheen draaien acknowledge = erkennen recognition = erkenning tend to = geneigd zijn deliver a speech = een toespraak houden rifle = geweer met een lange loop / geweer county = graafschap take it or leave it = graag of niet rude = grof reform = hervorming headquarters = hoofdkantoor landlord = huisbaas tenant = huurder in a heartbeat = in een flits increasingly = in toenemende mate / steeds meer strenuous = inspannend turning point = keerpunt cherish = koesteren inferior = minderwaardig futile = nutteloos approximately = ongeveer indifference = onverschilligheid deliberate = opzettelijk shipyard = scheepswerf aspiration of = het streven naar / streven naar pursuit of = streven naar / het streven naar / najagen consent = toestemming wealthy = heel rijk / vermogend traitor = verrader treacherous = verraderlijk ensure = verzekeren / garanderen independent = zelfstandig