Engels : Nederlands
to advocate = pleiten voor
to aspire / to strive = streven
bunch of = groep (mensen)
confirmation = bevestiging
controversial = omstreden, controversieel
to derive from = afleiden uit
to deteriorate = verslechteren
devoted = toegewijd
displaced = ontheemd
empathy = inlevingsvermogen
empowerment = zelfredzaamheid
envoy = afgezant
funds = geldmiddelen
heir(ess) = erfgenaam, erfgename
humbling = vernederend
inextricably = onlosmakelijk
to intervene = tussenbeide komen
legislator = wetgever
plight = benarde positie, situatie
to presume = aannemen
stereotype = vooringenomen idee
suburban = voorstedelijk, in een voorstad