Engels : Nederlands additional = extra arithmetic = rekenen to berate = een uitbrander geven bias = vooroordeel to catch somebody out = iemand op een fout/leugen betrappen crank = rare vogel current = huidig to denounce = veroordelen disdainful = minachtend dismayed = onsteld to elaborate on = dieper ingaan op equation = vergelijking (wiskunde) to extract from = halen uit to go beserk = door het lint gaan major = belangrijkste to point out to = erop wijzen posterity = nageslacht to put (somebody) down = vernederen to put down (an animal) = afmaken renowned = beroemd en gerespecteerd resident = inwoner sequence = volgorde to simplify = vereenvoudigen to sweep (something) under the carpet = (iets) in de doofpot stoppen untainted = smetteloos