Engels : Nederlands ... I really must be off now. = … ik moet nu echt gaan. ... I’m afraid I’ll have to go now. = … ik ben bang dat ik nu moet gaan. As far as I’m concerned ... = Wat mij betreft … Bye! = Doei! Can you explain why …? = Kun je uitleggen waarom …? Certainly, … / Definitely, … = Zeker, … Could you be more explicit, please? = Zou je wat preciezer kunnen zijn, asjeblieft? Could you please say that again? = Zou je dat asjeblieft kunnen herhalen? Do you mean…? = Bedoel je …? Does this mean…? = Betekent dit …? Don’t worry. = Maak je geen zorgen. Doubtless, … = Ongetwijfeld, … Everything is all right. = Alles is in orde. For example, … / For instance, … = Bijvoorbeeld, … For one thing, … = Enerzijds, … I am writing with reference to … = Ik schrijf met betrekking tot … I beg your pardon? = Wat zegt u? I doubt if ... = Ik betwijfel of … I hope you don’t mind, but ... = Ik hoop dat je het niet erg vindt, maar … I like … = Ik vind … goed. I look forward to receiving your answer. = Ik kijk ernaaruit om uw antwoord te ontvangen. I think … = Ik denk … I wonder if ... = Ik vraag me af … I’d like to remark that ... = Ik wil graag opmerken dat … I’d like to suggest ... = Ik zou willen voorstellen … I’m (absolutely) sure … = Ik ben er heel zeker van … I’m (utterly) convinced … = Ik ben ervan overtuigd … I’m certain that ... = Ik ben er zeker van dat … I’m happy ... = Ik ben blij … I’m not sure if … = Ik weet niet zeker of … I’m of the opinion that ... = Ik ben van mening dat … I’m pleased with … / I’m satisfied about … = Ik ben tevreden over … I’m sure that … = Ik weet zeker (dat) … If I were you, I'd … = Als ik jou was, zou ik … I'm convinced that … = Ik ben ervan overtuigd (dat) … In my opinion … = Naar mijn mening … In my view, … = Volgens mij … It has ... = Het heeft … It has the shape of a ... = Het heeft de vorm van … It highlights the problem that … = Het benadrukt het probleem dat … It is used to ... = Het wordt gebruikt om … It raises the problem that … = Het brengt het probleem met zich mee dat … It’s a sort of ... = Het is een soort … It’s been very interesting talking to you, but ... = Ik vond het heel interessant om met je te praten, maar … It’s doubtful if … = Het is twijfelachtig of … It’s made of ... = Het is gemaakt van … It’s what you ... to … = Het is wat je … om … It's uncertain if … = Het is niet zeker dat … Look after yourself! = Let goed op jezelf! May I give you some advice? = Mag ik je advies geven? Mind you, I do think that ... = Let wel, ik denk wel dat … Of course, … = Natuurlijk, … On the other hand ... = Aan de andere kant … See you next week! = Tot volgende week! Sorry, I didn't get your point. = Sorry, maar ik snap je niet. Sorry, I don’t follow you. = Sorry, maar ik volg je niet. Surely, it can’t be that bad. = Zo erg kan het toch niet zijn. Take care! = Wees voorzichtig! Take for example, … = Neem bijvoorbeeld … Take the way (he) … = Neem de manier waarop (hij) … That may be true, but ... = Dat kan wel zo zijn, maar… The real problem is … = Het echte probleem is … There’s no doubt that ... = Er is geen twijfel dat … There’s no need to be upset. = Je hoeft je niet zo druk te maken. To give you an idea … = Om je een idee te geven … To me, … = Voor mij … Undoubtedly, … = Ongetwijfeld … We might … = We zouden … We'd better … = We kunnen maar beter ... What about … ? = Wat dacht je van …? What if we … ? = Wat als we …? What was that again? = Wat zei je ook alweer? Why don’t you …? = Waarom zou je niet …? Why is it that … ? = Waarom is het dat …? Would you mind repeating that please? = Zou je dat asjeblieft willen herhalen? You should … = Je zou … You’ll be fine! = Het komt goed met je!