Engels : Nederlands clue = aanwijzing substantial = aanzienlijk, wezenlijk department = afdeling to distract = afleiden overbearing = bazig composure = beheersing, kalmte to maintain = behouden, onderhouden supplement = bijlage requirement = eis, behoefte keen = enthousiast gesture = gebaar cure = geneesmiddel, remedie to regain = herwinnen, terugwinnen posture = houding content = inhoud cinnamon = kaneel to make a comment = kanttekening plaatsen brand = merk woe = narigheid fairly = nogal, tamelijk to be on top of = onder controle hebben incredibly = ongelooflijk authentical = oorspronkelijk clarification = opheldering, verduidelijking relief = opluchting to convey = overbrengen to publish = publiceren, uitbrengen to be mindful of = rekening houden met schedule = schema, programma to overcharge = te veel berekenen to lose sight of = uit het oog verliezen exceptional = uitzonderlijk to take someone for a ride = voor de gek houden certainty = zekerheid